De vermeende schutter van de aanslag in Utrecht wordt verdacht van meervoudige moord dan wel doodslag met een terroristisch oogmerk. Ook wordt hij verdacht van poging daartoe en van bedreiging, alles vanuit een terroristisch oogmerk.
Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) in Utrecht donderdag gemeld. Het OM concludeerde na onderzoek van de politie ook dat verdachte Gökmen T. alleen handelde, meldt de NOS. Er zijn geen aanwijzingen dat hij hulp had van anderen toen hij drie mensen doodschoot in de tram. Vrijdag zal hij worden voorgeleid aan de rechter-commissaris.
Dinsdag werd duidelijk dat het OM ernstig rekening houdt met de mogelijkheid dat de schutter maandag vanuit een terroristisch motief handelde. Andere motieven worden echter nog niet uitgesloten.
De vermoedelijke schutter Gökmen T. (37) is geboren in Turkije en moest volgens De Telegraaf onlangs voorkomen in een verkrachtingszaak. In het verleden heeft hij ook terecht gestaan voor het bespugen van een agent, een poging tot doodslag en inbraak in een vrachtauto.
De vader van de hoofdverdachte heeft in de Turkse media gereageerd op het nieuws. Tegen het persbureau Demirören zegt hij dat zijn zoon uit zijn eerste huwelijk “ervoor moet boeten als hij de dader is”.
Vader Mehmet zegt dat hij al sinds 2008 geen enkel contact meer heeft met zijn zoon. “Ik heb al 11 jaar niet meer met hem gesproken.” De verdachte van het bloedbad werd in de Turkse provincie Yozgat geboren.
Bij de schietpartij in een tram kwamen drie mensen om het leven en vielen meerdere gewonden. T. werd maandagavond opgepakt bij een inval in een pand aan de Oudenoord, een straat aan de noordwestkant van het centrum van Utrecht.
Burgemeester Jan van Zanen sprak maandag van een zwarte dag voor Utrecht. “Nietsvermoedende en onschuldige mensen, in de tram onderweg naar werk, school of andere bezigheden werden onder vuur genomen. Dat deze dag zo wreed anders zou lopen dan iedereen had voorzien, schokt. In de stad, ver daarbuiten in Nederland maar ook in verre buitenlanden”, verklaarde de burgemeester.
